Gemeente Meerssen | Besluit aanwijzing yoezichthouders RUD Zuid-Limburg 2018

Officiele publicatie

Besluit aanwijzing yoezichthouders RUD Zuid-Limburg 2018

Nummer: 2018/4198

DE DIRECTEUR VAN DE RUD ZUID-LIMBURG

Overwegende dat:

  • -
    door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling RUD Zuid-Limburg verschillende toezichts- en handhavingstaken op het gebied van de fysieke leefomgeving zijn gemandateerd aan de directeur van de RUD Zuid-Limburg;
  • -
    de personen die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift moeten worden aangewezen;

 

Gelet op het bepaalde in:

  • -
    hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
  • -
    artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • -
    de vigerende mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal en het college van gedeputeerde staten van Limburg, waarbij deze bestuursorganen, ieder voor zover het de uitoefening van hun bevoegdheid betreft, aan de directeur van de RUD Zuid-Limburg mandaat hebben verleend voor het aanwijzen van toezichthouders namens hen;

 

BESLUIT VAST TE STELLEN:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:

  • a.
    de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten voor zover dit bij of krachtens de genoemde wetten is bepaald en voor zover de betreffende mandaatbesluiten inhoudelijk reiken;
  • b.
    de Algemeen Plaatselijke Verordeningen voor zover de betreffende colleges het toezicht en de handhaving daarvan aan de directeur van de RUD Zuid-Limburg hebben gemandateerd;
  • c.
    de regelingen ter vervanging van de onder a en b genoemde wetten en verordeningen, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen, worden als toezichthouder aangewezen:
  • I.
    de personen de door de RUD Zuid-Limburg als onbezoldigd ambtenaar zijn aangesteld en die belast zijn met de toezichthoudende taken behorende bij de functies genoemd onder II; en
  • II.
    door de RUD Zuid-Limburg aangestelde ambtenaren in de functie van:
  • -
    Handhaver I;
  • -
    Handhaver II;
  • -
    Handhaver III;
  • -
    Handhaver IV;
  • -
    Handhaver V;
  • -
    Technisch Adviseur II, voor zover deze functionaris is belast met toezichthoudende taken.

 

Artikel 2

Aan de toezichthouder wordt ten behoeve van de toezichtuitoefening op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in artikel 1 genoemde wetten of regelingen, tezamen met een afschrift van dit besluit, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”.

 

Artikel 3

  • 1.
    De aanwijzing van toezichthouders geschiedt tot beëindiging van de aanstelling als onbezoldigd ambtenaar, tot beëindiging van de aanstelling dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de onder artikel 1 genoemde functies.
  • 2.
    Indien de aanwijzing is beëindigd levert de toezichthouder het onder artikel 2 genoemde legitimatiebewijs in.

 

Artikel 4

  • 1.
    Dit besluit wordt bekend gemaakt in het publicatieblad van de gemeenschappelijke regeling en treedt in werking op de dag na publicatie.
  • 2.
    Alle aan dit besluit voorafgaande aanwijzingsbesluiten worden ingetrokken en door dit besluit vervangen.
  • 3.
    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders RUD Zuid-Limburg 2018.

  

Maastricht, 18 januari 2018

 

Namens burgemeester en wethouders van de gemeenten in Zuid-Limburg en

het college van gedeputeerde staten van Limburg,

   

mevr. mr. L.M. Kobes

Directeur RUD Zuid-Limburg