Gemeente Meerssen | Verordening parkeerbelastingen Meerssen 2023

Officiele publicatie

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Meerssen 2023

De Raad van de gemeente Meerssen;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

15 november 2022;

Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Meerssen 2006;

B E S L U I T:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Meerssen 2023.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.
    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
  • b.
    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
  • c.
    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
  • d.
    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met inbegrip van brommobielen.
  • e.
    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Meerssen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een mobiele telefoon of een ander communicatiemiddel.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.
    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
  • b.
    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

1.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

2.

Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a.
    degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
  • b.
    zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:
    • 1e.
      Indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
    • 2e.
      Indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
3.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

4.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstelling

Houders van een geldige gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mits deze geheel zichtbaar achter de voorruit is aangebracht, zodanig dat deze vanaf de buitenkant van het motorvoertuig zichtbaar is.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

1.

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

Voor het eerste uur: € 0,90. Voor het tweede uur: € 1,00. Voor elk volgend uur: € 2,50.

2.

Het tarief voor een parkeervergunning geldend voor maximaal twee kentekens als bedoeld in artikel 3 lid 2, onderdeel b, van de Parkeerverordening gemeente Meerssen 2006 (bewoners vergunning) bedraagt € 75,00 per kalenderjaar.

3.

Het tarief voor een parkeervergunning geldend voor maximaal twee kentekens als bedoeld in artikel 3, lid 2 onderdeel c tot en met e, van de Parkeerverordening gemeente Meerssen 2006 (vergunningen aan ondernemers, beroepsuitoefenaars en werknemers) bedraagt € 150,00 per kalenderjaar.

4.

Indien de belastingplicht voor de onder lid 2 of 3 hiervoor genoemde vergunningen in de loop van het kalenderjaar aanvangt wordt het tarief genoemd in lid 2 of lid 3 vermenigvuldigd met evenzoveel twaalfden als er nog resterende maanden in het kalenderjaar zijn. Een reeds ingegane maand wordt daarbij als volle resterende maand gerekend. Een en ander met dien verstande dat het tarief van lid 2 niet lager wordt vastgesteld dan € 10,00 en het tarief van lid 3 niet lager wordt vastgesteld dan € 20,00.

Artikel 6 Wijze van heffing

1.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

2.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

1.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.

2.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 8 Termijnen van betaling

1.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

2.

In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen zes weken na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stelen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer

3.

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

4.

Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1.

De Verordening parkeerbelastingen Meerssen 2022, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

3.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.

4.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening parkeerbelastingen Meerssen 2023”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de Raad van de gemeente Meerssen van 15 december 2022.
DE RAAD VOORNOEMD,
De voorzitter,
De griffier,