Gemeente Meerssen | Besluit van de directeur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) houdende regels omtrent mandaat

Officiele publicatie

Besluit van de directeur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) houdende regels omtrent mandaat

De directeur van de Gemeenschappelijke Regeling belastingsamenwerking gemeenten en water-schappen (BsGW);

Overwegende:

Dat de directeur op basis van het door het dagelijks bestuur van de BsGW op 6 september 2018 genomen “besluit ontheffing fiscale geheimhoudingsplicht” is ontheven van de fiscale geheim-houdingsplicht inzake informatieverzoeken van deelnemers namens het Regionaal Informatie- en expertisecentrum (RIEC);

Dat het wenselijk is om deze bevoegdheid, zoals hieronder is aangegeven te mandateren;

Artikel 1 Mandaat

De directeur mandateert:

  • a.
    aan B.G.F. Tulfer, senior medewerker KCC;
  • b.
    aan A.J.F. Koonen, medewerker kwaliteit;

de bevoegdheid om belasting- en betaalgegevens te verstrekken aan de deelnemers van BsGW, enkel ten dienste van onderzoeken van het Regionaal Informatie- en expertisecentrum (RIEC).

Artikel 2 Kaderstelling

1.

De uitoefening van de bevoegdheden geschiedt met inachtneming van de kaders en specifieke voorwaarden, zoals aangegeven in dit besluit;

2.

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid geschiedt de uitoefening van de bevoegdheid bin-nen de grenzen van het recht, waarop deze bevoegdheid steunt.

Artikel 3 Terugkoppeling

1.

Indien in enig geval wordt getwijfeld of de voorgenomen uitoefening van de bevoegdheid in overeenstemming is met het bepaalde in artikel , oefent de gemandateerde zijn bevoegdheid niet uit dan nadat hij daarover overleg heeft gepleegd met de directeur.

2.

Het bepaalde in het eerste lid vindt in elk geval plaats indien:

  • a.
    De directeur daarom heeft verzocht;
  • b.
    De uitoefening van de bevoegdheid (vermoedelijke) bestuurlijke/politieke consequen-ties kan hebben;
  • c.
    Het voornemen bestaat tot aanvulling/afwijking van het tot dan gevoerde beleid;
  • d.
    Er persoonlijke betrokkenheid van de gemandateerde dan wel van diens plaatsvervan-ger bij het te nemen besluit bestaat;
  • e.
    Precedentwerking is te verwachten.
3.

De directeur kan nadere voorwaarden stellen waaronder slechts van deze bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt in specifieke gevallen of soorten van gevallen.

Roermond, 7 november 2018
De directeur,
drs. J.G.A.W. Willemsen
Ondergetekende,
Verklaart zich akkoord met de voorgestelde mandatering
Roermond,
B.G.F. (Bob) Tulfer,
Senior medewerker KCC
………………………………………
A.J.F. (Ton) Koonen
Medewerker kwaliteit
……………………………………..