Gemeente Meerssen | Verordening reclamebelasting Meerssen-centrum 2016

Officiele publicatie

Verordening reclamebelasting Meerssen-centrum 2016

De Raad van de gemeente Meerssen;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders de dato 17 november 2015.

Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de :

Verordening reclamebelasting Meerssen-centrum 2016 o.a. t.b.v. het genereren van middelen t.b.v. verfraaiing centrum en activiteiten ten gunste van de leefbaarheid (centrum) Meerssen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. Reclame-object:

een openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of en combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;

b. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond, dat door een organisatie of bedrijf wordt gebruikt;

c. vestiging:

een gebouw of een deel daarvan;

d. maand:

een kalendermaand;

e. jaar:

een kalenderjaar.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen de gebieden van de gemeente Meerssen en zoals hieronder aangegeven:

  • Stationstraat 1 t/m 21, 2 t/m 22;
  • Stationsplein;
  • Markt;
  • Kruisstraat;
  • Kerkstraat;
  • Steegstraat;
  • Beekstraat;
  • Bunderstraat 1 t/m 31 en 2 t/m 40;
  • Gasthuisstraat 1 t/m 7 en 8 t/m 28;
  • Volderstraat

Artikel 3 Belastbaar feit

Onder de titel ‘reclamebelasting’ wordt, onder de in de bij deze verordening behorende tarieventabel gestelde voorwaarden, binnen de gebieden als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven ter zake van reclame - objecten zichtbaar vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van het bouwwerk: degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, al dan niet met vergunning, een of meerdere reclame-objecten worden aangetroffen op een bouwwerk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

1.

De reclamebelasting wordt geheven naar de totale breedte van de glaspui(en) van de naar de straatzijde gerichte gevel(s) van het bouwwerk alwaar een of meerdere reclame-object(en) zich bevindt/bevinden, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.

2.

Reclame-objecten behoren in elk geval tot één bouwwerk en daarmee tot een vestiging indien zij daarmee fysiek zijn verbonden of daarmee tezamen worden gebruikt.

Artikel 6 Berekening van de reclamebelasting

1.

De reclamebelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2.

Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid gerekend.

3.

Voor de berekening van de reclamebelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde breedtemaat een gedeelte daarvan als volle eenheid aangemerkt.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar met dien verstande dat voor 2011 het belastingtijdvak aanvangt op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1.

De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

2.

Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.

3.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt dan wel vermindert, vindt geen verrekening plaats van de vastgestelde belastingschuld.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor reclame-objecten:

  • a.
    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;
  • b.
    die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend kunnen worden aangemerkt;
  • c.
    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
  • d.
    die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht en die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
  • e.
    op parasols welke zijn geplaatst op een terras bij een horeca-onderneming;
  • f.
    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
  • g.
    die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;
  • h.
    bestemd voor de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen zaak.

Artikel 11 Termijnen van betaling

1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:

  • a.
    Bii niet-automatische incasso:
    In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later;
  • b.
    Bij automatische incasso:
    ln zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste 4 en maximaal 10 bedraagt.
2.

ln afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,-. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijn

Artikel 12 Kwijtschelding

Van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

1.

De verordening Reclame-uitingen Meerssen centrum 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

4.

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening reclamebelasting Meerssen centrum 2016’.

Aldus besloten door de raad der gemeente Meerssen in zijn vergadering van

17 december 2015. DE RAAD VOORNOEMD;
de voorzitter
de griffier

BIJLAGE:

Tarieventabel behorende bij de Verordening reclamebelasting Meerssen-centrum 2016

Het tarief bedraagt per belastingtijdvak voor het hebben van een reclame-object, aangebracht op of aan een vestiging gelegen in het artikel 2 van de verordening bedoeld gebied:

Totale breedte glaspui(en)

Tarief (€)/belastingtijdvak

Vanaf 0,25 meter

550

Mij bekend,  
De Griffier,
 
17 december 2015.