Nieuwsbericht Over de suikerbiet
Het is november. De maand van het jaar waarin de bietencampagne in Nederland volop aan de gang is. Eind 18e eeuw werd ontdekt dat er suiker te winnen was uit bieten. Begin 19e eeuw werd in Duitsland de eerste suikerfabriek geopend en lag de weg open voor grootschalige suikerproductie in Europa. Nederland is binnen de EU een relatief grote speler op het vlak van de suikerwinning uit suikerbieten. Het areaal is met 83.500 hectare niet het grootste van Europa, maar qua opbrengst en verwerkingscapaciteit staat Nederland op één. Tijd om eens in het 'bietenverhaal' te duiken.
Dit is een bericht van LLTB
Het bietenverhaal
De suikerbieten worden begin april gezaaid. Eind juni zijn ze 'landdicht'. Dit betekent dat de bladeren aan elkaar komen en de biet optimaal de zonnestralen kan opnemen. Zon die nodig is om de wortel en het gewas te laten groeien. Vanaf dat moment neemt ook het suikergehalte in de biet toe, tot aan de oogst die tussen september en januari plaatsvindt.
Hoe zit dat in Zuid-Limburg?
In Zuid-Limburg telen ongeveer 375 agrariërs suikerbieten. Voor goed rendement en voorkoming van uitputting van de bodem kunnen maximaal eenmaal in de vier jaar suikerbieten worden geteeld. Het gewas is relatief makkelijk om te telen. De laatste jaren zijn er door insecten en schimmels wel wat meer risico's aan de teelt gekomen. De agrariërs zijn aangesloten bij een coöperatie en hebben een zogenoemd leveringsrecht. Dat wil zeggen dat van tevoren afgesproken is hoeveel ton bieten per teler geleverd wordt aan de suikerfabriek. Er worden in Nederland geen nieuwe rechten verleend. Alleen als een agrariër stopt, kunnen deze rechten aan een collega worden overgedragen. De Nederlandse coöperatie, Cosun Beet Company (voormalige Suiker Unie), draagt zorg voor het gehele proces van de suikerproductie uit bieten. Dit proces start in mei met het doorgeven van de ophaallocaties van de bieten. Vervolgens worden de bieten per vrachtwagen opgehaald en naar de haven in Maastricht vervoerd.
En dan?
Daar worden de bieten dagelijks op twee schepen verladen. Via de Maas vertrekken deze met elk 1.400 ton bieten naar de suikerfabriek in Dinteloord. Deze transportwijze is overigens uniek in Nederland en draagt bij aan het verminderen van het aantal transportbewegingen op de weg en het verminderen van de CO2-uitstoot. Als de bieten bij de fabriek zijn aangekomen,wordt via een heel procedé de suiker uit de bieten gehaald. Ruim genomen zijn voor één ton suiker, zes ton bieten nodig. De restproducten gaan nu grotendeels naar veevoerproducenten. Tevens is men bezig om met de resten, de vezels, andere toepassingen te vinden, waaronder plantaardig eiwit en een bindmiddel. Deze innovaties zijn in ontwikkeling. Zo zie je maar weer, tweehonderd jaar na de ontdekking zit er nog steeds innovatie in de biet. Een knap staaltje wetenschap én bovenal natuur, geteeld op de Zuid-Limburgse akkers.